Praktijkverhalen
Marvin Kloostra (17) doet niets liever dan sleutelen aan auto’s. Vandaar dat hij koos voor de tweejarige BBL- opleiding Bedrijfsautotechnicus. De opleiding paste zo goed bij hem, dat hij al na een jaar klaar was.
“Ik heb het altijd mooi gevonden om te sleutelen aan auto’s en motoren. Als andere kinderen gingen voetballen of gamen, zat ik in ons schuurtje te sleute-len aan mijn brommertje. Ik bouw ook samen met mijn vader buggy’s. Deze opleiding past helemaal bij me. Ik werk vier dagen in de week in een garage en ga één dag in de week naar school. Dat vind ik prettig.
Zo verdien ik geld en ik vind dat je het vak het beste in de praktijk leert. Toch is school wel nuttig, hoor. Je krijgt hier vaktheorie. Je leert dan bijvoorbeeld hoe een motorblok eruitziet. Verder krijg je theorievakken, zoals Nederlands en Engels. Die zijn goed te doen, zelfs met mijn dyslexie. Ik heb heel snel mijn diploma gehaald, maar ik wil nog niet ophouden met leren. Ik ga nu de opleiding voor vrachtwagenmonteur doen. Daarna wil ik technisch specialist worden, zodat ik ook met storingen in de elektronica kan werken.”
Nicky Jacobs (18) zit in het eerste jaar van zijn opleiding tot timmerman. Hij volgt de Beroeps Opleidende Leerweg (BOL). Nicky (foto onder) gaat de hele week naar school en krijgt praktijklessen op de werkplaats van opleidingsbedrijf Bouwmensen Amersfoort.
“Mijn hele familie zit in de bouw. En ik wil dat ook. Ik werk namelijk graag met mijn handen. Bij deze opleiding kun je kiezen: Of je doet de BOL-opleiding waarbij je de hele week naar school gaat, of je doet de BBL-opleiding. Dan ga je werken en moet je een dag in de week naar school. Ik heb expres voor de hele week school gekozen. Op die manier weet ik tenminste dat de basis goed zit. Ik woon in Utrecht, maar heb vanwege deze grote werkplaats speciaal voor MBO Amersfoort gekozen. Zoiets hebben ze niet overal. We zijn nu bezig met het maken van een overkapping. We hebben eerst uitleg gekregen, daarna moesten we zelf aan het werk. Aan het einde beoordeelt de docent of we het goed gedaan hebben. Dat vind ik fijn werken. Als ik mijn diploma heb, ga ik eerst op zoek naar een baan bij een bouwbedrijf. Daarna begin ik voor mezelf, dan kan ik lekker werken zonder baas.”
Melvin van den Born (17) zit in het eerste jaar van de BBL-opleiding tot schilder. Schilderen leert hij vooral hier, op de steigers. Slechts af en toe zit hij in de schoolbanken. En dat bevalt goed.
“Ik vind op deze school vooral de afwisseling top. In september ga je een dag in de week naar school en werk je vier dagen. In de winter zit je alleen maar op school, omdat er dan natuurlijk weinig schilderwerk is. Je leert dan praktische dingen, zoals behangen. Verder krijg je theorievakken als Nederlands, rekenen en burgerschap. De periode rond juni is het fijnste. Dan ben je vijf dagen aan het werk voor een schilderbedrijf. Daar leer je toch het meeste van. Vooral omdat mijn begeleider altijd eerlijk zegt hoe ik het doe. Of het nu goed of niet goed is. Ik kan al netjes werken, maar nu moet het tempo er nog in.”
Marc van Ravenhorst (19) zit in het tweede jaar van de BBL-opleiding tot schilder. Het liefst begint hij zo snel mogelijk zijn eigen bedrijf.
“Ik heb anderhalf jaar geleden een ICT-opleiding gedaan. Dat vond ik verschrikkelijk. Je zit echt de hele dag achter je laptop! Daarom ben ik ermee gestopt. Maar ja, wat moet je dan? Mijn opa schildert veel. Zo kwam ik op het idee om deze opleiding te gaan volgen. Het was een gok, maar de eerste week was zo leuk dat ik heb doorgezet. Ik vind het heel mooi om te zien hoe je ervoor kunt zorgen dat oude gebouwen er weer helemaal als nieuw uit gaan zien. Het liefst werk ik aan echt oude panden, zoals grachtenpanden. Die heb ik in Amsterdam moeten schilderen. Je moet je dan aan allerlei regeltjes houden. Dat vond ik heel interessant. Ik zou het liefst na mijn studie zo snel mogelijk een eigen bedrijf beginnen. Het lijkt me heerlijk om alle vrijheid te hebben en je eigen werktijden te kunnen bepalen. Of misschien wordt het wel iets totaal anders.”